Zes redenen waarom de groei in de public cloud vertraagt

Donkere wolken boven de cloud

Zes redenen waarom de groei in de public cloud vertraagt

Cloud first. Dat was lang het credo in bedrijven, en niet in het minst in de IT-sector zelf. En met die cloud bedoelden ze per definitie de public cloud van Microsoft Azure, AWS en Google Cloud. Maar cloud first is intussen cloud maybe geworden. Of hoe het tij lijkt te keren.

Het is de Europese outsourcingspecialist Whitelane die recent de kat de bel heeft aangedaan. “De appetijt voor de public cloud is afgenomen. De groei vertraagt”, stelt Jef Loos van Whitelane vast. Uit zijn recent onderzoek bij ruim driehonderd outsourcingklanten in België en Luxemburg blijkt dat 39 procent van hen hun afwezigheid in de public cloud wil uitbouwen, maar ongeveer eenzelfde percentage (38 procent) wil het huidige niveau qua aanwezigheid in de public cloud behouden.

Ook opvallend: 5 procent wil het gebruik van de public cloud zelfs afbouwen. Hoewel de public cloud significant blijft voor organisaties, lijken de gouden jaren voorbij. En daar zijn goede redenen voor.

Reden 1. De prijs valt tegen

De public cloud is niet gratis en volgens sommigen is hij ook niet bepaald goedkoop. En dat terwijl besparingen soms een drijfveer waren om naar de public cloud te trekken. “Voor veel organisaties is de cloud duur geworden”, stelt Jef Loos. Traditioneel zijn er gevallen van cloudklanten die hun configuratie niet helemaal in orde hebben, waardoor het cloudverbruik en dus de bijkomende kosten de spuigaten uitlopen.

Veel bedrijven hebben ook de fout gemaakt om bestaande applicaties simpelweg naar de cloud te verplaatsen zonder ze aan te passen aan de cloudarchitectuur. Dit zorgt ervoor dat cloudtoepassingen vaak duurder zijn dan nodig. Hoe dan ook, vaak staan organisaties voor verrassingen. “De facturen voor public clouddiensten vallen vaak hoger uit dan verwacht”, vat Loos samen.

Reden 2. Gebrek aan schaalbaarheid

Lange tijd was het credo in de cloudwereld: pay per use. Je betaalt maar voor zoveel je nodig hebt, en je kunt vlot opschalen. Het hele idee van as a service dus. Alleen blijkt dat opschalen voor veel organisaties niet of amper weggelegd. “Je moet je bij een cloudleverancier als Microsoft al vaak engageren om een bepaald volume af te nemen voordat je hiervoor in aanmerking komt”, stelt Loos.

Dat is voor veel organisaties toch een flinke tegenvaller. Want net die flexibiliteit was lange tijd het ultieme verkoopargument voor de public cloud. Maar blijkt in de praktijk dus minder evident dan gedacht. “Allemaal elementen die meespelen waarom klanten jaar op jaar minder tevreden zijn over hun cloudprovider.”

Reden 3. Complexe projecten en regelgeving

Vaak wordt een cloudtransitie afgedaan als een vereenvoudiging, maar dat is het niet altijd. De implementatie van met name multicloudconstellaties blijkt bijvoorbeeld vaak complexer dan verwacht. Het managen van meerdere cloudomgevingen vraagt nu eenmaal gespecialiseerde kennis en geavanceerde managementtools. “Terwijl klanten net nu meer en meer naar een multicloudomgeving gaan”, stelt Jef Loos vast.

Ook de steeds striktere privacywetgeving en eisen rond datalokalisatie dwingen bedrijven om kritischer naar hun cloudstrategie te kijken. Met name in sectoren als gezondheidszorg, overheid en financiën zijn dergelijke restricties significant.

Reden 4. Bepaalde sectoren doen het liever zelf

Mede door dat laatste lijkt er een beetje een tegenbeweging aan de gang. De financiële sector is, samen met de telecomsector, namelijk een van de voorlopers om (deels) hun eigen cloud uit te rollen. De Belgische financiële groep KBC is in dat kader een referentie. KBC diende begin februari een omgevingsvergunningsaanvraag in voor twee nieuwe eigen datacenters, die de bestaande twee KBC-datacenters in België vervangen.

KBC wil de nieuwe datacenters vanaf midden 2027 in gebruik nemen. Tegen eind 2028 zal alle apparatuur volledig gemigreerd zijn. “De hybride cloudstrategie van KBC zet op een slimme manier in op de sterktes van zowel de ‘public cloud’ als op die van de ‘on-premise private cloud’”, aldus Isabel Van Mele, de toenmalige Chief Information Officer van KBC Groep, bij de aankondiging.

Specifiek voor de financiële sector wordt nu het hybrid multi-cloudmodel naar voren geschoven. Dit is een model dat dus wordt gekenmerkt door de integratie van privé-infrastructuur met twee of meer public cloudplatforms. Uit een rondvraag door Vanson Bourne in opdracht van Nutanix bleek onlangs dat de respondenten uit de financiële sector verwachten dat er de komende drie jaar bijna drie keer zoveel gebruik zal worden gemaakt van zo’n hybrid multicloudaanpak.

Reden 5. Nog voldoende private datacenters en dienstverleners

Het hybride aspect van cloudinfrastructuur, met een eigen privécomponent, duikt steeds vaker op. Jef Loos van Whitelane Research ziet de laatste tijd zelfs opnieuw interesse in de klassieke private datacenters, waar veel Belgische organisaties nog over beschikken.

Want ook de dienstenleveranciers zelf hebben de kaart van de hybrid multicloud getrokken, met specialisatie in zowel public cloud als in private datacenters. Het beste van twee werelden dus. Loos ziet in deze context ook bepaalde (buitenlandse) cloud- en infrastructuurdienstverleners, zoals Kyndryl maar ook Atos/Eviden en Inetum, die het best goed doen. Het zijn partijen die het inzake klantentevredenheid, zo blijkt uit het recent onderzoek van Whitelane, zelfs beter doen dan de grote public cloud-partijen.

Dergelijke infrastructuurspecialisten manifesteren zich ook als een alternatief op de markt. “Zij hebben als specialist in infrastructuurdiensten zeker nog een reden van bestaan. En ze bieden een antwoord op de vragen van klanten die niet al hun eieren in één mand – de mand van de public cloud – willen leggen.”

Reden 6. Artificiële intelligentie

Als we spreken over buzzwords, dan stellen we vast dat artificiële intelligentie (AI) de cloud als hype-term wat van het toneel heeft verdrongen. AI staat bij menig IT-verantwoordelijke bovenaan zijn lijst van prioriteiten. “Het tijdperk van de pilootfase is stilaan voorbij”, stelt Jef Loos vast. “We denken dat er dit jaar bij veel organisaties ook meer ingrijpende AI-projecten zullen komen.”

Maar met deze AI-plannen verandert ook het cloudgebruik. Ook al wordt AI vaak gezien als drijfveer voor consumptie in de public cloud, de situatie op het terrein ziet er genuanceerder uit. “Sommige bedrijven willen AI eerder on-premise afhandelen, sommige inderdaad in de public cloud”, aldus Loos. “Maar vergeet niet dat AI heel veel computerkracht vergt. En dat houdt bedrijven bezig.”

Maar toch ook nog groei

Wolken dus boven de cloud, maar ook nog voldoende zonlicht. En zelf maken de public cloudleveranciers zich niet meteen zorgen. “Ik denk dat veel organisaties nog een lange weg hebben af te leggen wat betreft hun cloudadoptie”, zo maakte Danielle Gorlick, General Manager Benelux bij AWS Benelux, zich sterk, onlangs tijdens een gesprek op hun gebruikersconferentie AWS re:Invent. “Een bank als KBC, die klant is bij ons, is bijvoorbeeld een leider als het gaat om AI-adoptie”, oppert ze.

Maar er zijn ook nog veel andere organisaties, voegt ze er snel aan toe. “Dan denk ik aan bedrijven in een eerder traditionele omgeving. Zo sprak ik laatst met een bouwbedrijf. Zij doen momenteel nog alles on-premise. Het beeld is dus erg verschillend”, illustreert ze. “Heel wat zullen nog steeds naar de public cloud trekken.”

Cloud repatriation is niet evident

Tenslotte is er ook van een grootschalige cloud goodbye geen sprake. Slechts 5 procent in de studie van Whitelane wil zijn cloud resources verminderen of afbouwen. En ook al willen een aantal organisaties applicaties terughalen en verplaatsen naar on-premises datacenters: in de praktijk blijkt zo’n cloud repatriation een complex en tijdrovend proces te zijn.

Het is ook een vaststelling die Jef Loos bevestigt: verhuizen naar de public cloud is doorgaans gemakkelijker dan terugkeren naar een on-premises oplossing. Of hoe er in veel gevallen geen weg terug is.