Is IT en softwareontwikkeling allemaal een kwestie van nieuwe technologie? Think again. In de lijst met populairste programmeertalen staan diverse talen, zoals Cobol en Fortran, die letterlijk dateren uit de jaren vijftig van de vorige eeuw. “Deze dino-talen zitten zelfs in de lift.”
Neem de recente editie van de Tiobe Index van populaire programmeertalen even bij de hand. Assembly, een taal uit de jaren veertig van de vorige eeuw, vinden we daar in de top 20. En C – een taal uit de jaren zeventig – staat in de top drie.
Maar het is vooral interessant om te zien dat ook andere oude talen die top 20 binnensluipen. Fortran en Delphi (een variant van stokoude Pascal) strijden in die Tiobe-lijst zelfs om een top 10-positie, terwijl Cobol en Ada iets lager op de lijst staan. Opvallend is dat deze vier laatste – Cobol, Fortran, Delphi en Ada – allemaal een opwaartse trend vertonen.
Leve legacy
Waarom stijgen sommige nieuwe en veelbelovende talen niet? Talen als Go (uit 2009), Kotlin (uit 2010) en Ruby (uit de jaren negentig) vallen recent bijvoorbeeld wat terug terug in de Tiobe-lijst. Maar de oudjes zitten in de lift. “Ik denk dat het te maken heeft met de vele vitale legacy-systemen die de wereld draaiende houden. De meeste daarvan zijn ontwikkeld met behulp van deze dinosaurus-talen”, oppert Paul Jansen van Tiobe, de softwarespecialist die de index elke maand opstelt. Veel systemen geschreven in deze oude talen draaien al decennia zonder problemen. Als het werkt, waarom veranderen?
Het is ook een kwestie van personeelsbezetting, of de dreiging van het gebrek eraan. “Nu de laatste ontwikkelaars van deze systemen op het punt staan om met pensioen te gaan, vermijden bedrijven elk risico en kiezen ze ervoor om de bestaande systemen te behouden en zelfs uit te breiden”, stelt Jansen. “Ze doen dat vaak liever dan ze te vervangen door nieuwere systemen op basis van modernere talen.”
Talen dienen een doel
Het is niet alleen de legacy die de opmars verklaart. Heel wat van die oude talen bieden ook een antwoord op hedendaagse eisen in softwareontwikkeling. Gebruiksgemak is (denk aan het succes van programmeertaal Python) daar één vereiste van, en een taal als Cobol is wat dat betreft vrij toegankelijk. Het is geen moeilijke programmeertaal. Maar wel één met een specifieke gebruikscasus: Cobol is ontworpen voor bedrijfsapplicaties, vooral in de financiële sector.
Maar nog meer is vandaag de snelheid van tel. Zo is Fortran erg snel in numerieke berekeningen en wordt de taal nog geregeld gebruikt in wetenschappelijke en high-performance computing-toepassingen. De taal is geoptimaliseerd voor wiskundige bewerkingen en array-manipulaties. Ook Delphi biedt als programmeertaal snelle uitvoeringssnelheden, en dan vooral voor desktopapplicaties en embedded systemen.
Een programmeertaal als Ada is op zijn beurt eveneens redelijk snel. De taal wordt gebruikt in embedded systemen en defensietoepassingen, waarbij betrouwbaarheid en prestaties belangrijk zijn. En wil nu net dat militaire toepassingen dezer dagen ook niet meteen op retour blijken.
Kortom, de dino’s bieden ook best meerwaarde als programmeertaal. “Misschien fronsen we de wenkbrauwen om deze talen vandaag in de top 20 te zien, maar ze dienen zeker een doel en eigenlijk verdienen ze daardoor waardering”, benadrukt Paul Jansen.
Zestiger en Cobol-specialist
Van die waardering is op de arbeidsmarkt niet veel te vinden. Een Cobol-programmeur is bijvoorbeeld moeilijk te vinden. De gemiddelde leeftijd van een Cobol-programmeur is vandaag 62 à 63 jaar, aldus Leendert Blondeel, freelance mainframe trainer. De pensioenleeftijd nadert dus en véél te weinig IT’ers studeren af met Cobol in de vingers.
Van de 250 laatstejaars in toegepaste informatica en digitale innovatie aan de hogeschool Gent (HoGent) waren er een vijftiental die kozen voor Cobol als keuzevak. En dat is dan nog een van de weinige hogescholen die Cobol en mainframe nog op hun curriculum hebben staan. Tot goedkeuring van de sector die het initiatief omarmt. Zo sponsorde IBM onlangs een trip van de IT-studenten van HoGent naar Montpellier.
Het tekort is bijzonder acuut. Tijdens de diploma-uitreiking op de Hogeschool Gent staan grote bedrijven letterlijk aan te schuiven. “Studenten die voor mainframe kiezen hebben eigenlijk al zicht op een zekere en goedbetaalde job voor ze afgestudeerd zijn”, oppert Blondeel. “En ze komen doorgaans in grote internationale bedrijven terecht.”
Mee met de tijd
Vaak is het ook wel een kwestie van reputatie. Want een mainframe trainer als Leendert Blondeel stelt wel vast dat studenten die mainframe leren kennen, er bijna altijd een gedreven ambassadeur van worden. “Toch best opvallend”, stelt hij.
Tenslotte ook nog dit: merk op dat we de talen als Cobol en Fortran dinosaurussen noemen, maar ze zijn in de loop der tijd geëvolueerd. “Ze hebben allemaal nieuwe taaldefinities. Kijk maar naar Fortran 2023, Delphi 12, uitgebracht in 2024, Ada 2023 en COBOL 2023”, zo somt Paul Jansen van Tiobe op. “Daarmee zijn ze eigenlijk toch behoorlijk up-to-date.”